Lumen of candela kleur 830 of 3000 Kelvin? Hoe zat het nu ook al weer. Lichtunie zet alle lichtspecficaties op een rijtje en verteld de grootste verschillen tussen lichtspecificaties. Fijn toch? Zo maken we het u gemakkelijk. Alvast de onderwerpen op een rijtje:
- Wattage
- Kleurweergave
- Kleurtemperatuur
- Luminantie
- Lumen
- Candela
- Lux
- Waaraan herkent u de kleurweergave en de kleurtemperatuur bij Philips lampen
- UGR waarde
- Lampvoet
Wattage
Het wattage van een lichtbron is een veel voorkomend begrip en hiermee worden lichtbronnen in de meeste gevallen vergeleken. Het wattage is een indicatie die aangeeft hoeveel stroom de lichtbron verbruikt om te kunnen branden. Het stroomverbruik tussen verschillende lichtbronnen verschilt vaak erg veel. Hier vindt u een overzicht van de verschillende wattage van de meest gebruikte lichtbronnen:
Gloeilamp | Halogeen | Spaarlamp | LED lamp |
25W | 18W | 5W | 2W |
40W | 28W | 8W | 6W |
60W | 42W | 12W | 8W |

Kleurweergave (ook wel Ra waarde genoemd)
Vaak wordt aangenomen dat na de keuze van de kleurtemperatuur ook de kleurbeleving vaststaat. Dit is echter niet het geval. Kleurbeleving wordt niet uitsluitend bepaald door de kleurtemperatuur van de lichtbron, maar tevens door de kleurweergave-eigenschappen. Bovendien zijn de kleurtemperatuur en kleurweergave volledig onafhankelijk van elkaar. Koel daglicht (buiten) en gloeilampen hebben volledige natuurlijke kleurweergave-eigenschappen.
Hetzelfde geldt voor halogeenlampen. De reden hiervan is het “continue spectrum” van de lichtbronnen. Dit betekent dat met daglicht of gloei halogeenverlichting de kleuren in onze omgeving uitstekend worden weergegeven. Bij de keuze van het lamptype is of het begrip kleurweergave essentieel of zijn de kleurweergave eigenschappen essentieel. Een goede indicatie hiervoor is de kleurweergave index (Ra), dit is een gestandaardiseerde schaal met 100 als hoogste waarde. Kleuren worden het beste weergegeven bij een lichtbron met de hoogste kleurweergave index. Een lamp met Ra waarde 100 is vergelijkbaar met de zon.
80 tot 90Goede kleurweergave-eigenschappen. Toepassing op plaatsen waar kleurwaardering niet de hoofdoverweging vormt maar waar een goede kleurweergave van de kleuren wel van toepassing is.minder dan 80Matige tot slechte kleurweergave-eigenschappen.
Toepassing op plaatsen waar de kwaliteit van de kleurweergave van ondergeschikt belang is.voorbeeld:Een RA-waarde van 60 is ontoereikend voor een winkelverlichting maar is uitstekend voor een functionele buitenverlichting.
RA | Informatie en toepassing |
90 tot 100 | Zeer goede kleurweergave-eigenschappen. Toepassing voornamelijk daar waar correcte kleurbeoordeling een kritische taak is. |
Kleurtemperaturen
Gevoelsindicatie | kleurtemperatuur (graden Kelvin) |
Zeer warm wit | <2700 kelvin |
Warm wit | 3000 kelvin |
Koel wit | 4000 kelvin |
Daglicht | >6500 kelvin |
Luminantie
Luminantie ‘L’ is de hoeveelheid licht die door een oppervlak wordt uitgestraald of weerkaatst. De grootheid wordt uitgedrukt in Candela per vierkante meter en is sterk afhankelijk van de doorlaatbaarheid en reflectie van het oppervlak.
Lumen
Lichtopbrengst die de algemene ruimte word ingestuurd. Voorbeelden zijn: TL lampen en gloeilampen. Lampen kunnen worden uitgedrukt in lumen of candela.
Bij lumen word gesproken van rondom licht, dit houd in dat het licht ongestuurd is.
Bij candela spreken we van gestuurd licht in graden.
De lichtopbrengst van een lichtbron word aangeduid in lumen. Het is de hoeveelheid licht dat een lichtbron in verschillende richtingen uitstraalt per seconde. Elke lichtbron heeft zijn eigen waarde. In de tabel kunt u zien hoe het aantal lumen kan worden vergeleken met het wattage van een gloeilamp.
Gloeilamp (Watt) | Lichtopbrengst (Lumen) |
15W | 100 – 150Lm |
25W | 200 – 300Lm |
40W | 400 – 500Lm |
60W | 600 – 800Lm |
75W | 800 – 1100Lm |
100W | 1300 – 1500Lm |
Candela
Lichtsterkte, licht word in een bepaalde ruimtehoek gestraald. Een lamp met een strakke lichtbundel verlicht een klein oppervlakte. Daar in tegen is deze wel op een zeer grote afstand zichtbaar en hoog in sterkte, bijvoorbeeld een laser.
Voorbeeld: Een 20 watt halogeenlamp met 10 graden heeft een hogere lichtsterkte dan een 50 watt halogeenlamp met 60 graden.
Lux
De hoeveelheid licht die op een bepaalde hoogte op een object wordt gemeten. Uiteindelijk gaat het bij lampen om de luxwaarde. De afstand van de lamp naar het object en de kracht van de lichtbron (het aantal) is bepalend hoeveel LUX we hebben op bijvoorbeeld ons bureau.
Waaraan herkent u de kleurweergave en de temperatuur bij philips lampen
Op welke wijze herkent u de kleurweergave en de kleurtemperatuur bij lampen?
Bij Philips is dit te vinden in het typenummer. Bijvoorbeeld: Philips TL-E 31W/840.
TL-E staat voor het type lamp.
32W staat voor het aantal wattage van de lamp
840 staat voor twee dingen. Het eerste cijfer staat voor de kleurweergave. In dit geval is dat Ra 90, hoe hoger het eerste cijfer hoe beter de kleurweergave is. De laatste twee cijfers staan voor de kleurtemperatuur. In ons voorbeeld is dat 40, dit betekent 4000 kelvin (kleurtemperatuur). Hoe hoger deze twee cijfers zijn hoe kouder (witter) de kleur is.
Unified Glare Rating (UGR)
Het Unified Glare Rating – systeem is een systeem dat aangeeft tot in hoeverre er sprake is van lichthinder/ verblinding. De gemiddelde UGR waarde ligt tussen de 15 tot 30, hoe lager de waarde hoe minder de verblinding is en hoe hoger de waarde hoe meer sprake er is van verblinding. Een waarde die lager is dan 10 betekent dat er geen sprake is van verblinding. Het hebben van de juiste waarde is wel degelijk van belang want dit heeft ook invloed op de productiviteit en het functioneren van mensen. Het is van belang dat het licht helder genoeg is voor de werkzaamheden die de persoon in kwestie moet uitvoeren maar mag niet zorgen voor verblinding/ hindering.
In de NEN-EN 12464-1 zijn voor verschillende soorten ruimtes vastgelegd wat de maximale UGR-waarde mag zijn. Hieronder vind u een aantal van deze UGR-waarden aangegeven door de NEN-EN 12464-1.
ruimte | UGR waarde |
Tekenkamers | UGR <16 |
Kantoren | UGR <19 |
Entree ruimten | UGR <22 |
Opslagruimten, archieven, trappen en liften | UGR <25 |
Gangen en verkeersruimten | UGR <28 |
Factoren die een rol spelen in het bepalen van de UGR waarde
- Vorm en grootte van de ruimte.
- Oppervlaktehelderheid (luminantie) van de wanden, het plafond, de vloer en andere grote oppervlakten.
- Verdeling van de armaturen over de ruimte.
- Type armatuur en de afscherming.
- De positie van de waarnemer.